Inleiding tot materiaalcaching
Materiaalcaching is een voorziening in macOS die het downloaden versnelt van software die door Apple wordt gedistribueerd en van gegevens die gebruikers in iCloud bewaren doordat materiaal dat al op lokale Apple apparaten is gedownload, in de cache wordt bewaard. Het bewaarde materiaal wordt opgeslagen in een materiaalcache op een Mac en kan door andere apparaten worden opgevraagd zonder dat daarvoor een internetverbinding nodig is. Zie het Apple Support-artikel Soorten materiaal die worden ondersteund in de voorziening voor materiaalcaching voor een actuele lijst met soorten materiaal die in de cache kunnen worden bewaard.
Je kunt materiaalcaching gebruiken in netwerken die NAT (Network Address Translation) gebruiken voor de materiaalcache en alle apparaten, in netwerken die bestaan uit routeerbare publieke IP-adressen en eventueel voor apparaten die via tethering met een Mac zijn verbonden (bijvoorbeeld als je een groot aantal apparaten tegelijk implementeert via Apple Configurator). Apple apparaten leggen automatisch contact met een materiaalcache in de buurt. Hiervoor hoeft niets te worden geconfigureerd. De apparaten maken gebruik van een zoekvoorziening die private en publieke IP-adressen van clients omzet naar configuraties die bij Apple zijn geregistreerd vanaf Mac-computers waarop materiaalcaching is ingeschakeld. Als materiaalcaching beschikbaar is, maken alle Apple apparaten in een netwerk hiervan automatisch op de achtergrond gebruik. Om privacyredenen is er daarom geen gedetailleerde informatie beschikbaar over afzonderlijke bestanden die door specifieke clients zijn opgevraagd. Je kunt echter wel samengevoegde gebruiksstatistieken over materiaalcaching opvragen om de prestaties te meten en te optimaliseren. Zie Materiaalcaching voorbereiden en configureren voor meer informatie.
Belangrijk: Het beste resultaat krijg je door materiaalcaching te implementeren op een Mac die via één ethernetkabel is verbonden met het netwerk. Voor materiaalcaching kan ook een wifiverbinding worden gebruikt, maar de prestaties kunnen daarbij lager zijn.
Materiaalcaching beperken
Als een Mac bij een MDM-oplossing (Mobile Device Management) is ingeschreven, kan een beperking worden gebruikt om te voorkomen dat gebruikers materiaalcaching inschakelen. Software die door Apple wordt gedistribueerd en gegevens die gebruikers in iCloud hebben opgeslagen, kunnen dan niet worden gedownload en opgeslagen op de Mac.
Hoe werkt materiaalcaching?
Nadat je materiaalcaching op een Mac hebt ingeschakeld, wordt een kopie bewaard van al het materiaal dat op apparaten in het lokale netwerk (zogeheten clients) kan worden gedownload. Materiaal kan ook worden gedownload van verschillende iPhones of iPads als deze via een verrijdbaar station of USB-hub zijn aangesloten op een Mac. Je kunt bereiken met IP-adressen van clients opgeven (zoals een of twee subnetten) die een materiaalcache het beste kunnen bedienen. Je kunt ook instellen dat het materiaal alleen aan deze clients wordt geleverd door de optie 'Apparaten in aangepaste lokale netwerken' te kiezen. De opties zijn:
Optie | Beschrijving | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bewaar materiaal in cache voor | Selecteer een optie die aangeeft voor welke apparaten op deze computer materiaal in de cache wordt geplaatst:
| ||||||||||
Mijn lokale netwerken | Selecteer een optie die je netwerk beschrijft:
| ||||||||||
DNS-configuratie | Deze optie wordt gebruikt om een configuratie voor een DNS TXT-record aan te maken en is alleen beschikbaar als je 'gebruiken aangepaste publieke IP-adressen' bij de optie 'Mijn lokale netwerken' selecteert. |
Wanneer bijvoorbeeld op de eerste client in je netwerk een macOS-update wordt gedownload, wordt in de materiaalcache een kopie van die update bewaard. Op het moment dat de volgende client in het netwerk verbinding maakt met de App Store om de update te downloaden, wordt de update gekopieerd uit de materiaalcache in plaats van uit de App Store.
Aangezien een lokaal netwerk meestal veel sneller is dan het internet, nemen de downloads op de tweede client (en alle volgende clients) veel minder tijd in beslag.
Materiaalcaching is standaard beperkt tot één bepaald subnet, maar je kunt wel instellen dat materiaalcaching wordt aangeboden voor:
Alle combinaties van subnetten van het lokale netwerk die een gemeenschappelijk publiek IP-adres delen
Een combinatie van subnetten van publiek toegankelijke IP-adressen (hiervoor zijn aanvullende DNS-instellingen vereist)
Interactie tussen subnetten en caches
Als er in je netwerk meerdere subnetten met hetzelfde publieke IP-adres zijn, kunnen alle subnetten gebruikmaken van één materiaalcache.
Als er in je netwerk meerdere materiaalcaches zijn, worden de caches automatisch peers en kunnen ze software in de cache opvragen en delen. Wanneer een gevraagd onderdeel niet beschikbaar is in de ene materiaalcache, wordt het onderdeel opgevraagd bij de peers. Als het onderdeel daar beschikbaar is, wordt het gedownload van de peer. Als het niet beschikbaar is, wordt het onderdeel gedownload van een van de bovenliggende materiaalcaches (als deze zijn geconfigureerd) of wordt het via het internet gedownload van een Apple website. Clients selecteren automatisch de juiste materiaalcache als er meerdere caches beschikbaar zijn.
Opmerking: Je kunt instellen dat de iCloud-gegevens van gebruikers in slechts één cache worden opgeslagen en niet op peers of bovenliggende materiaalcaches worden gerepliceerd. Zolang die specifieke materiaalcache beschikbaar is, geven Apple apparaten daaraan de voorkeur voor het opslaan van de iCloud-gegevens.
De locatie van materiaal in de cache
De standaardlocatie voor in de cache geplaatst materiaal is het opstartvolume. Je kunt ook een andere locatie kiezen en opgeven in hoeverre het volume door de voorziening voor materiaalcaching wordt gebruikt. Wanneer de opslagruimte voor het materiaal in de cache het opgegeven maximum bereikt, of wanneer de beschikbare ruimte op het volume bijna op is, wordt het minst vaak gebruikte materiaal verwijderd om ruimte te maken voor het volgende verzoek.