ou
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ou | ouens |
ou
ou
- attributieve vorm van oud
ou
- IPA: /ˈɔw/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ou | ous |
ou m
ou
- of (als nevenschikkend voegwoord, "verbinding tussen mogelijkheden")
- Y a-t-il quatre ou cinq livres sur sa table?
- Est-ce qu'il y a quatre ou cinq livres sur sa table?
- Zijn er vier of vijf boeken op zijn/haar tafel?
ou
- Afgeleid van het Oudfriese af
ou
- IPA: /oʊ̯/
- ou
ou
- ho; een uitroep die iets tot staan wil brengen, specifiek dieren
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
ou
- hoe
- «Ou mêer da je na 't nôordn goat, ou minder menschen dan der weunn.»
- Hoe meer je naar het noorden gaat, hoe minder mensen er wonen.
- «Ou mêer da je na 't nôordn goat, ou minder menschen dan der weunn.»
Categorieën:
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Afrikaans
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Afrikaans
- Woorden in het Aroemeens
- Zelfstandig naamwoord in het Aroemeens
- Woorden in het Catalaans
- Woorden in het Catalaans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Catalaans
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 2
- Voegwoord in het Frans
- Woorden in het Middelengels
- Persoonlijk voornaamwoord in het Middelengels
- Woorden in het Saterfries
- Voorzetsel in het Saterfries
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Partikel in het Tsjechisch
- Woorden in het West-Vlaams
- Voegwoord in het West-Vlaams