De Europese politiek doet momenteel meer denken aan een slecht geregisseerde operette dan aan daadkrachtig bestuur. Neem Frankrijk: een verdeeld parlement dat de begroting naar de prullenbak verwijst en daarmee meteen het net aangetreden kabinet. Duitsland dan? Ook daar geen begroting, maar wel vervroegde verkiezingen in februari als gevolg van een ruzie over uitgaven. De Duitsers hebben namelijk in hun grondwet opgenomen dat ze niet te veel geld mogen uitgeven. En Nederland? Wij hebben wel een kabinet, maar geen beleid en dus ook nog geen goedgekeurde begroting.
Het is nu de Franse wanorde die de financiële markten doet schrikken. De spread – het renteverschil tussen Franse en Duitse staatsobligaties – loopt op. En zoals dat gaat, worden al snel de bekende horrorverhalen afgestoft: ‘onhoudbare’ staatsschulden, de schaduw van Griekenland, een mogelijke eurocrisis 2.0. En ja, Frankrijk heeft een probleem: een staatsschuld van 120 procent van het BBP en een rente op tienjarige obligaties die even hoog is als die van Griekenland.
Maar dit is geen herhaling van de eurocrisis die zo’n vijftien jaar geleden begon.
Het probleem is fundamenteler. Europa staat te kijken naar zijn eigen tekortkomingen – en nee, dat zijn niet alleen de schulden op de overheidsbalans. Het is de Europese economische motor die hapert. De concurrentiepositie? Zwak, door afhankelijkheid van grondstoffen en energie. Innovatie? Teleurstellend beperkt. Productiviteitsgroei? Nog net sneller dan een slak. Tegelijkertijd trekken de VS zich verder terug als beschermer, waardoor defensie-uitgaven de pan uit zullen rijzen. Geen wonder dat markten zich zorgen maken: dit is geen veerkrachtige regio, maar een oud, vergrijzend continent waar het verval naar een hogere versnelling heeft geschakeld.
Europa heeft dringend behoefte aan meer (overheids)investeringen. Dat is ook wat voormalig ECB-president Draghi afgelopen zomer opschreef in zijn rapport. Maar er kan natuurlijk ook naar de verantwoordelijkheid van individuele landen worden gekeken. Dit geld kan op Europees niveau worden gemobiliseerd.
Wat dat betreft is er één land, de vijfde economie van de eurozone, dat daar wel heel bijzonder tussenuit springt. Nederland. Met een staatsschuld van 43,2 procent hebben we maar één plicht: meer geld investeren in de toekomst van Europa. Meer geld naar innovatie, onderwijs, toekomstige energievoorziening en grondstoffenzekerheid. Doen we het niet voor onszelf, dan in ieder geval voor onze Franse vrienden. Of voor onze Duitse, die zo dom zijn geweest in de grondwet vast te leggen dat ze maar heel beperkt mogen uitgeven.
Rest ons nog één ontbrekende factor. Een kabinet dat een keer goed beleid gaat maken en uitvoeren.
Mijn Vrij Nederland column van vandaag 👉
https://lnkd.in/dZ7x9xwU