ISSN 1977-0995 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
65e jaargang |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2022/C 346/01 |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2022/C 346/02 |
|
V Bekendmakingen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2022/C 346/03 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10658 — NORSK HYDRO / ALUMETAL) ( 1 ) |
|
2022/C 346/04 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak M.10702 – KPS CAPITAL PARTNERS / REAL ALLOY EUROPE) ( 1 ) |
|
|
ANDERE HANDELINGEN |
|
|
Europese Commissie |
|
2022/C 346/05 |
||
2022/C 346/06 |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
9.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/1 |
Intrekking van handelingen van de Commissie
(2022/C 346/01)
Lijst van handelingen die uit het actieve acquis moeten worden geschrapt
Beschikkingen van de Commissie
Beschikking 93/454/EEG, Euratom van de Commissie van 22 juli 1993 betreffende de definitie van de indirekte belastingen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van artikel 1 van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
(PB L 213 van 24.8.1993, blz. 18)
Beschikking 93/475/EEG, Euratom van de Commissie van 22 juli 1993 betreffende de definitie van de exploitatie- en invoersubsidies ten behoeve van de tenuitvoerlegging van artikel 1 van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
(PB L 224 van 3.9.1993, blz. 27)
Beschikking 93/570/EEG, Euratom van de Commissie van 4 oktober 1993 betreffende de afbakening tussen de “andere belastingen in verband met produktie” en “intermediair verbruik” ten behoeve van de tenuitvoerlegging van artikel 1 van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal produkt tegen marktprijzen
(PB L 276 van 9.11.1993, blz. 13)
Beschikking 97/157/EG, Euratom van de Commissie van 12 februari 1997 inzake de behandeling van het inkomen van instellingen voor collectieve belegging ter uitvoering van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal product tegen marktprijzen
(PB L 60 van 1.3.1997, blz. 63)
Beschikking 97/178/EG, Euratom van de Commissie van 10 februari 1997 inzake de vaststelling van methoden voor de overgang tussen het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap (ESR 95) en het Europees stelsel van economische rekeningen (ESER, 2e druk)
(PB L 75 van 15.3.1997, blz. 44)
Beschikking 97/619/EG, Euratom van de Commissie van 3 september 1997 betreffende de wijzigingen die eventueel in het BNP van de lidstaten moeten worden aangebracht in verband met de toepassing van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad betreffende de harmonisatie van de opstelling van het bruto nationaal product tegen marktprijzen
(PB L 252 van 16.9.1997, blz. 33)
Beschikking 98/501/EG, Euratom van de Commissie van 24 juli 1998 betreffende bepaalde specifieke transacties die met het oog op de toepassing van artikel 1 van Richtlijn 89/130/EEG, Euratom van de Raad betreffende de harmonisatie van de opstelling van het BNPmp aan de orde zijn gekomen in het kader van de werkzaamheden in verband met het Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
9.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
8 september 2022
(2022/C 346/02)
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,0009 |
JPY |
Japanse yen |
143,65 |
DKK |
Deense kroon |
7,4365 |
GBP |
Pond sterling |
0,86656 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,7075 |
CHF |
Zwitserse frank |
0,9739 |
ISK |
IJslandse kroon |
140,30 |
NOK |
Noorse kroon |
10,0615 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
24,543 |
HUF |
Hongaarse forint |
395,48 |
PLN |
Poolse zloty |
4,7155 |
RON |
Roemeense leu |
4,8756 |
TRY |
Turkse lira |
18,2546 |
AUD |
Australische dollar |
1,4824 |
CAD |
Canadese dollar |
1,3134 |
HKD |
Hongkongse dollar |
7,8568 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6491 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,4054 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 381,70 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
17,3797 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
6,9564 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5150 |
IDR |
Indonesische roepia |
14 891,86 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5051 |
PHP |
Filipijnse peso |
57,031 |
RUB |
Russische roebel |
|
THB |
Thaise baht |
36,418 |
BRL |
Braziliaanse real |
5,2042 |
MXN |
Mexicaanse peso |
20,0130 |
INR |
Indiase roepie |
79,7375 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
9.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/3 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10658 — NORSK HYDRO / ALUMETAL)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 346/03)
1.
Op 1 september 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ontvangen (1).Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Norsk Hydro ASA (“Hydro”, Noorwegen), |
— |
Alumetal S.A. (“Alumetal”, Polen). |
Hydro verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Alumetal.
De concentratie komt tot stand door een openbaar bod.
Dezelfde concentratie werd reeds op 13 mei 2022 bij de Commissie aangemeld, maar de aanmelding werd vervolgens op 7 juni 2022 ingetrokken.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
Hydro is een volledig geïntegreerde aluminiumonderneming met activiteiten in de hele aluminiumwaardeketen, van bauxiet, alumina en energieopwekking tot de productie van primair aluminium, geëxtrudeerde aluminiumproducten en aluminiumrecycling. In het bijzonder vervaardigt Hydro gieterijlegeringen, voornamelijk op basis van primair aluminium. |
— |
Alumetal is hoofdzakelijk een producent van aluminiumgieterijlegeringen die overwegend van secundair aluminium worden vervaardigd. Alumetal vervaardigt ook toeslaglegering, die zij intern gebruikt maar ook verkoopt aan derden. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10658 — NORSK HYDRO / ALUMETAL
Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: [email protected]
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
9.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/5 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak M.10702 – KPS CAPITAL PARTNERS / REAL ALLOY EUROPE)
(Voor de EER relevante tekst)
(2022/C 346/04)
1.
Op 31 augustus 2022 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ontvangen (1).Deze aanmelding betreft de volgende ondernemingen:
— |
Speira BidCo I GmbH (Duitsland), die onder zeggenschap staat van Speira (Duitsland), die op zijn beurt onder uiteindelijke zeggenschap staat van KPS Capital Partners, LP (“KPS”, Verenigde Staten); |
— |
Real Alloy UK Holdco Ltd. (“Real Alloy UK”, Engeland), die onder zeggenschap staat van Real Alloy Holding, LLC (Verenigde Staten); |
— |
Evergreen Holding GmbH (“Evergreen”, Duitsland), die onder zeggenschap staat van Real Alloy Holding, LLC (Verenigde Staten). |
Speira BidCo I GmbH verkrijgt uitsluitende zeggenschap in de zin van artikel 3, lid 1, punt b), van de concentratieverordening over het geheel van Real Alloy UK en Evergreen (“Real Alloy Europe”). De concentratie komt tot stand door de verwerving van aandelen.
2.
De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:
— |
KPS beheert op mondiale schaal beleggingsfondsen via haar gelieerde beheersentiteiten, waarbij zij zich onder meer richt op productiebedrijven en industriële ondernemingen, in een groot gamma aan sectoren, waaronder verschillende producenten van aluminiumproducten, die ook in de EER en wereldwijd actief zijn. |
— |
Speira BidCo I GmbHis een portefeuillemaatschappij die onder uitsluitende zeggenschap van Speira staat. Speira, die onder uiteindelijke zeggenschap staat van KPS, is een fabrikant van geavanceerde gewalste platte aluminiumproducten. Gewalste platte aluminiumproducten zijn een groep halfafgewerkte platte aluminiumproducten die voor een aantal toepassingen kunnen worden gebruikt, onder meer in de automobielindustrie, de verpakkingsindustrie, de drukkerijsector, de technische industrie, de bouwnijverheid en de bouwsector. |
— |
Real Alloy Europe omvat de volledige activiteiten van de Real Alloy Group in de EER en het Verenigd Koninkrijk, die actief is op het gebied van de recycling van aluminiumproducten en de productie van gieterij en ruwe legeringen in Europa en Noord-Amerika. Evergreen is via haar dochterondernemingen en verschillende fabrieken in Duitsland, Frankrijk en Noorwegen actief op het gebied van de inkoop, verwerking en recycling van aluminium- en magnesiumschroot, metaalschuim, zoutslak en bijproducten daarvan, en produceert secundaire aluminiumlegeringen en secundair magnesium. Real Alloy UK is actief op het gebied van de aankoop, verwerking en recycling van aluminiumschroot, metaalschuim, zoutslak en bijproducten daarvan en de productie van secundaire aluminiumlegeringen. Beide doelondernemingen kunnen daarom worden omschreven als recycler van aluminium en magnesium van derden en producent van speciale legeringen. |
3.
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.
4.
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na de datum van deze bekendmaking hebben bereikt. De volgende referentie moet altijd worden vermeld:
M.10702 – KPS CAPITAL PARTNERS / REAL ALLOY EUROPE
Opmerkingen kunnen aan de Commissie worden toegezonden per e-mail, per fax of per post. Gelieve de onderstaande contactgegevens te gebruiken:
E-mail: [email protected]
Fax +32 22964301
Postadres:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie voor concentraties |
1049 Brussel |
BELGIË |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (“de concentratieverordening”).
ANDERE HANDELINGEN
Europese Commissie
9.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/7 |
Bekendmaking van een aanvraag tot registratie van een naam overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 346/05)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) uiterlijk drie maanden na deze bekendmaking bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
“Châtaigne des Cévennes”
EU-nr.: PDO-FR-02639 – 7.10.2020
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen
“Châtaigne des Cévennes”
2. Lidstaat of derde land
Frankrijk
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Klasse 1.6. Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
Met “Châtaigne des Cévennes” worden verse, gedroogde of tot meel verwerkte vruchten van de soort Castanea sativa en van een reeks traditionele variëteiten bedoeld, die afkomstig zijn van boomgaarden met geënte kastanjebomen en die gemeenschappelijke kenmerken vertonen. De verse vruchten zijn elliptisch, driehoekig of rond van vorm en zijn lichtkastanjebruin tot donkerbruin van kleur, waarbij sommige verticale strepen kunnen vertonen. Na het pellen is de kern roomwit tot lichtgeel met een duidelijk geribbeld oppervlak. Het zaadvlies kan de kern binnendringen en deze zelfs splijten. Bij de analyse van 100 g gepelde verse kastanjes wordt een drogestofgehalte van ten minste 37 % en een totaalgehalte aan koolhydraten van ten minste 34 % gemeten. In deze verse vorm wordt de “Châtaigne des Cévennes” gescheiden per variëteit, gekalibreerd (diameter groter dan of gelijk aan 20 mm) en gesorteerd. Wat de gezondheidskwaliteit betreft, worden de kastanjes zo gesorteerd dat het gehalte aan niet-conforme vruchten maximaal 10 % is, met maximaal 2 % aan producten die bederf vertonen. In de mond is de zoete smaak krachtig en zijn de aroma’s van honing, warme melk, gedroogde vruchten, viooltjes en zoete aardappel intens en aanhoudend. De textuur is soepel en bevat weinig stukjes.
Deze kleinere kern behoudt in gedroogde toestand haar oorspronkelijke vorm en kleur en geurt dan naar gedroogde vruchten, karamel en warm brood. Vervolgens levert het malen en zeven meel met een fijne en romige textuur op. Het maalsel moet voor ten minste 80 % door een zeef met een maaswijdte van 250 μm gaan. Het vochtgehalte is lager dan 10 %. Het meel is gebroken wit of ivoorkleurig, met hier en daar bruine tot zwarte deeltjes. Het heeft een walnoot-/hazelnootaroma waarin ook de geur van geroosterd brood kan worden waargenomen.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle stadia van de productie en verwerking van de “Châtaigne des Cévennes” vinden plaats in het geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Dit gebied omvat het grondgebied van de volgende 206 gemeenten, op basis van de officiële geografische code van 2019:
|
Departement Gard:
|
|
Departement Hérault:
|
|
Departement Lozère:
|
|
Departement Aveyron: Arnac-sur-Dourdou. |
|
Departement Tarn: Murat-sur-Vèbre. |
5. Verband met het geografische gebied
Het verband tussen “Châtaigne des Cévennes” en de omgeving ligt in de geschiktheid van kastanjebomen van traditionele en lokale variëteiten voor de klimaatomstandigheden in het Middellandse Zeegebied en voor de ruige topografie van de Cevennen, hetgeen het product zijn kenmerkende eigenschappen geeft. Dankzij de menselijke vaardigheden op het gebied van de exploitatie en productie van kastanjeboomgaarden heeft men die eigenschappen weten te bestendigen.
Specificiteit van het geografische gebied
Het geografische gebied waarin de kastanjeboom zich bevindt, wordt afgebakend door homogene natuurlijke factoren die overeenstemmen met de behoeften van Castanea sativa om zich in de desbetreffende omgeving te ontwikkelen en te handhaven. De kastanjeboom heeft zich aangepast aan het mediterrane klimaat dat heerst in het hele gebied van de Cevennen. Dit klimaat wordt gekenmerkt door warme, droge zomers en zachte winters. De westelijke rand van dit gebied ondergaat een lichte invloed vanuit de zee. De gemiddelde jaarlijkse neerslag bedraagt 700 tot 1 300 mm, wat overeenkomt met de waterbehoefte van de kastanjeboom, die neerkomt op ongeveer 700 mm water per jaar, met een toename vanaf 15 augustus. Het gebied van de Cevense kastanjeboom ligt op een hoogte van 150 tot 900 m. De landschappelijke kenmerken van de Cevennen zijn de steile hellingen die zich vrijwel overal in het gebied bevinden. Het betreft een opeenvolging van evenwijdige, diep uitgesneden dalen aan weerszijden van verschillende waterlopen (in “visgraat”-patroon) met van het noorden naar het zuiden: de Altier-Chassezac, de Cèze, de Tarn, de Gardons, de Hérault, de Orb, de Mare, de Jaur, de Thoré. De moedergesteenten zijn kristallijn van het type schist, gneis, graniet of zandsteen. Zij vormen de ondergrond van bodems met een pH van niet meer dan 7 en een evenwichtige korrelgrootte, en die goed doorlatend zijn, met een laag kleigehalte. De bodem bevat geen of heel weinig actieve kalksteen (minder dan 4 %).
Uit het onderzoek van Jean GALZIN over de toponymie van percelen in de Gard en de Lozère dat in 1986 werd gepubliceerd in het jaarboek van het Nationaal Park van de Cevennen blijkt dat hier sinds het jaar 1000 kastanjebomen worden gekweekt. Vanaf de middeleeuwen maken teksten gewag van de kastanjeteelt en van de snelle ontwikkeling ervan.
Klimatologische en demografische gebeurtenissen hebben de kastanjeteelt doen evolueren waardoor deze zijn stempel heeft gedrukt op de ruimtelijke ordening. De indeling van deze productieve landbouwgebieden vindt plaats in de vorm van aanplant op ontboste percelen en de aanleg van irrigatiekanalen (béals) en afwateringsgoten (trincats). Op hellingen worden stapelmuren gebouwd om geulerosie tegen te gaan en diepere bodems te bevorderen: de kastanjeboomgaarden worden vervolgens gevormd in terrassen, die ter plaatse faisses of bancels worden genoemd.
Deze door de mens gerealiseerde indeling vormt het gebouwde erfgoed van de Cevennen, dat ook vandaag de dag nog zeer geschikt is voor de hedendaagse teeltpraktijken.
Vanaf de 16e eeuw speelt de kastanjeboom een essentiële rol in de voedselvoorziening. Zo heeft de “broodboom” bijgedragen tot de veerkracht van de Cevenners in moeilijke tijden van voedselcrisis of conflicten, met name voor de protestanten en camisards tijdens de godsdienstoorlogen. Halverwege de 20e eeuw leidden de uittocht uit het platteland en de opkomst van verwoestende plaagziekten (inktziekte, kastanjekanker...) tot een teruggang van de kastanjeteelt. Dankzij de kennis van de Cevense kastanjetelers en hun deskundigheid op het gebied van de beheersing van enttechnieken bleven de variëteiten die zich het beste aan het gebied hadden aangepast, voortbestaan en namen zij zelfs nog uitbreiding. Er werden variëteiten ontwikkeld met smaakkwaliteiten voor verse consumptie, met goede conserveringsmogelijkheden (met name het gemak waarmee zij kunnen worden gepeld), en met geschikte kenmerken voor de verschillende verkoopmethoden. Met kennis van zaken worden in de boomgaard verschillende variëteiten aangeplant, die vroeger of later vrucht dragen, zodat gedurende een lange periode vruchten kunnen worden geoogst. Op die manier waarborgt de kastanjeteler de bevoorrading van het bedrijf en kan hij ongunstige weersomstandigheden en gezondheidsrisico’s het hoofd bieden.
In de herfst geoogste kastanjes kunnen vers worden gegeten. Van oudsher was een deel bestemd om te worden gedroogd voor consumptie gedurende de rest van het jaar. Zo worden de kastanjes gedroogd in gebouwen die in het noordoosten van het geografische gebied clèdes en in het zuidwesten sécadous worden genoemd.
Bovendien werden er in de Cevennen molens gebouwd bij bedrijven die de stroming van waterlopen gebruikten om de molensteen te laten draaien voor het vermalen van de droge kastanjes. Deze praktijk wijst erop dat kastanjemeel met traditionele technieken werd geproduceerd op het grondgebied. In oude getuigenissen wordt verwezen naar de praktijk van Thomas Platter in 1596, in de buurt van Valleraugue, waarin wordt beschreven dat de kastanjes door de Cevenners worden verwerkt tot meel, waarvan zij een zeer zacht brood maken.
Specificiteit van het product
De benaming “Châtaigne des Cévennes” wordt gebruikt voor de drie vormen, vers, gedroogd en meel, waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de traditionele doeleinden, maar ook met veranderingen in de consumptie. De verse vruchten zijn lichtkastanjebruin tot donkerbruin van kleur, en sommige kunnen verticale strepen vertonen. Na het pellen is de kern roomwit tot lichtgeel met een duidelijk geribbeld oppervlak. Het zaadvlies kan de kern binnendringen en deze zelfs splijten. In de mond is de zoete smaak krachtig. De aroma’s van honing, warme melk, gedroogde vruchten, viooltjes en zoete aardappel zijn intens en aanhoudend. De textuur is soepel.
In de Cevennen worden kastanjes traditioneel gepeld en gedroogd. De kern is dan kleiner en behoudt haar oorspronkelijke vorm en kleur. Zij geurt naar gedroogde vruchten, karamel en warm brood.
Het malen van de gedroogde kastanjes levert meel met een fijne en romige textuur op, gebroken wit van kleur of ivoorkleurig, met hier en daar bruine tot zwarte deeltjes, en met een walnoot-/hazelnootaroma waarin ook de geur van geroosterd brood kan worden waargenomen.
Causaal verband
De verscheidenheid aan natuurlijke factoren en vakkennis ligt ten grondslag aan het scala van variëteiten die zijn opgenomen in een register voor traditionele en lokale variëteiten. Zij verleent deze traditionele variëteiten hun gemeenschappelijke smaakkenmerken en met name een zoete smaak en een soepele textuur, die bij al deze variëteiten voorkomen.
De organoleptische kenmerken van de “Châtaigne des Cévennes” zijn ook toe te schrijven aan het mediterrane klimaat. De droge en warme zomers zorgen voor een concentratie van de zoete en aromatische bestanddelen van de vruchten. De neerslag in de Cevennen, die halverwege augustus toeneemt, maakt dat de kastanjebolster en de vruchten dikker worden en is bepalend voor de grootte ervan. Tegelijkertijd zorgt deze hydratatie van de kern door de fysieke werking ervan voor vruchtvlees met een soepele textuur.
Dankzij de temperatuurverschillen in het najaar zijn de vruchten tussen september en december volgroeid, afhankelijk van de variëteit en de ligging (hoogte). De ruimtelijke ordening in de Cevennen en de landbouwpraktijken resulteren in gezonde kastanjeboomgaarden die vruchten met een mooi formaat, de erkende voedingskwaliteit en de kenmerkende zoetheid opleveren.
De oogst van de kastanjeboomgaarden wordt bovendien benut via verschillende vormen van bewaring. Volgens Daniel TRAVIER tijdens een conferentie over “L’Arbre à pain des Cévennes ou histoire et rôle de la châtaigneraie à fruit dans les Cévennes traditionnelles” in mei 2004 komt dit doordat de overvloedige productie veel groter is dan wat er onmiddellijk vers kan worden gegeten.
Op basis van deze bewaarmogelijkheden is dan ook een specifiek gebouw ontwikkeld: de clède is een typisch kenmerk van het landschap en van de kennis van de Cevenners inzake het drogen van de vruchten. Deze Cevense droogmethode à la cléda is de traditionele bewaarmethode, en wel “de beste” volgens het werk van Antoine Augustin Parmentier, getiteld “Traité de la Châtaigne” en gepubliceerd in 1780. Dankzij de bouw van clèdes, met daarin een afzonderlijke plaats waar de kastanjes worden gedroogd aan de omgevingslucht die wordt verwarmd met behulp van een matige en onafgebroken warmtebron, is het lokale gebruik versterkt en verbeterd doordat de droge kastanjes hun zoete smaak en aanvankelijke soepele karakter weten te behouden.
Ook het malen van de gedroogde kastanjes is een vorm van bewaring van de vruchten en maakt het mogelijk een fijn meel met een zoete smaak te verkrijgen waarin de verscheidenheid aan variëteiten van de Cevense kastanje naar voren komt. In dit gebied bevonden zich een aanzienlijk aantal molens: ten minste één per gehucht en tot wel tien molens per gemeente om te kunnen malen naar behoefte. In 2016 speelden de vijf molens die het grootste deel van het gebied bestrijken in op een dynamiek van verwerkers die de kastanje uit de Cevennen wensen te herwaarderen.
Kastanjes worden ook gebruikt in de bereiding van smakelijke gerechten zoals de bajanat, een traditionele soep uit de Cevennen waarin de kastanjes zacht en zoet zijn. Zij worden gegeten na affachade, d.w.z. dat zij worden geroosterd in een braadpan met gaten waarin zij zacht worden, heerlijk gaan geuren en hun bitterheid verliezen. Het meel wordt gebruikt bij de vervaardiging van flensjes, gebak en brood.
De drie vormen van de Cevense kastanje zijn derhalve geschikt voor de traditionele en moderne toepassingen en consumptiepatronen.
De kastanjeteelt is het resultaat van de wisselwerking tussen de natuurlijke omgeving en een aantal menselijke factoren. De fysieke kenmerken van de Cevennen hebben hun stempel gedrukt op de geschiedenis van de kastanjeteelt en hebben geleid tot typische producten die worden geteeld met een sterke vakkennis.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-0419fb02-f0ac-49c9-8a5c-3e3350d92e60
9.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 346/12 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 346/06)
Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“Hofer Rindfleischwurst”
EU-nr.: PGI-DE-0722-AM01 - 17.6.2020
BOB ( ) BGA (X)
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Fleischer-Innung Hof-Wunsiedel
De aanvrager van de wijziging is dezelfde als de oorspronkelijke aanvrager. Het betreft een vereniging van producenten/verwerkers van de beschermde producten.
Adres: Hohe Straße 20, 95030 Hof
Land: Duitsland
E-mailadres(sen): [email protected]
2. Lidstaat of derde land
Duitsland
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben
☐ |
Naam van het product |
☒ |
Beschrijving van het product |
☐ |
Geografisch gebied |
☒ |
Bewijs van oorsprong |
☒ |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
☒ |
Verband |
☐ |
Etikettering |
☐ |
Overige [nader aan te geven] |
4. Aard van de wijziging(en)
☒ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
☐ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
5. Wijziging(en)
5.1. Beschrijving van het product
1. Wijziging
(1) |
In de eerste alinea wordt in de zin “Het smeerbare worstdeeg wordt in kunstdarm (cellofaan) met een kaliber van 40 mm tot 55 mm gestopt” het woord “(cellofaan)” geschrapt.
Veel producenten gebruiken kunstdarmen van andere materialen. Dit heeft echter geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van “Hofer Rindfleischwurst”. |
2. Wijziging
(2) |
In de eerste alinea wordt de volgende zin geschrapt: “Afhankelijk van het kaliber van de kunstdarm is een “Hofer Rindfleischwurst” maximaal 50 cm lang en weegt ieder exemplaar, afhankelijk van de grootte, 150 tot 800 g.”
In sommige gevallen worden ook langere of lichtere/zwaardere worsten geproduceerd. Aangezien dit niet van invloed is op de kwaliteit van het product, is in dit verband geen beperking nodig. |
3. Wijziging
(3) |
In de zesde alinea wordt in de zin “Het watergehalte bedraagt 50 % à 55 % en het vetgehalte 25 % à 30 %”“25 %” vervangen door “20 %”.
Afgaande op hun recepten hadden veel producenten altijd een iets lager vetgehalte in de “Hofer Rindfleischwurst”. Het minimale vetgehalte is aangepast om de traditionele productie ervan niet te belemmeren. Dit heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de “Hofer Rindfleischwurst”. |
4. Wijziging
(4) |
In de zesde alinea wordt in de zinsnede “het aandeel varkensvlees en rugspek bedraagt maximaal 30 %”“30 %” vervangen door “40 %”.
Afgaande op hun recepten hadden veel producenten altijd een hoger aandeel varkensvlees en rugspek in de “Hofer Rindfleischwurst”. Het maximale aandeel is aangepast om de traditionele productie ervan niet te belemmeren. Dit heeft geen gevolgen voor het maximale vetgehalte. |
5. Wijziging
(5) |
De laatste zin van de achtste alinea “Voor de bereiding van de “Hofer Rindfleischwurst” wordt dus geen gebruik gemaakt van het vlees van jonge runderen” wordt geschrapt.
In het productieproces is altijd het vlees van jongere slachtdieren, d.w.z. jonge runderen, gebruikt. Aangezien dit geen nadelig effect heeft op de kwaliteit van het product, is de bestaande beperking niet vereist. |
6. Wijziging
(6) |
In de eerste zin van de negende alinea “De belangrijkste grondstoffen voor de bereiding van de “Hofer Rindfleischwurst” zijn rundvlees dat arm is aan vetweefsel en pezen van klasse R I (aandeel 2/3) en rugspek van varkens van klasse S VIII (aandeel 1/3)” worden de woorden “aandeel 2/3” vervangen door “aandeel ten minste 60 %” en wordt “klasse S VIII” vervangen door “klassen S Vlll en S 1 (gecombineerd aandeel max. 40 %)”.
De aanpassing en wijziging van de percentages vloeit voort uit de wijziging van het in punt 4 vermelde percentage en dient om het volledige productdossier te harmoniseren en te verduidelijken. Afgaande op hun recepten hadden veel producenten altijd een hoger aandeel varkensvlees en rugspek in de “Hofer Rindfleischwurst”. Het maximale aandeel is aangepast om de traditionele productie ervan niet te belemmeren. |
7. Wijziging
(7) |
In de negende alinea wordt de laatste zin “De toevoeging van een klein aandeel varkensvlees van klasse S I samen met rugspek is toegestaan maar wordt in de praktijk minder toegepast” geschrapt.
Het is zeker dat sommige producenten traditioneel varkensvlees hebben toegevoegd. Aangezien de vorige zin betrekking had op de opneming van varkensvlees (zie wijziging 6), is deze zin overbodig en kan hij derhalve worden geschrapt. |
8. Wijziging
(8) |
Alinea 10 “Het gebruikte rundvlees is hoofdzakelijk afkomstig van koeien en zelden van stieren. Als deelstuk wordt runderbout met een vetgehalte van ongeveer 5 % gebruikt. Wordt ook varkensvlees in de worst verwerkt, dan wordt varkensbout met een vetgehalte van ongeveer 4 % gebruikt. Het vetgehalte van het gebruikte rugspek bedraagt ongeveer 70 %” wordt geschrapt.
Aangezien de afzonderlijke deelstukken en het geslacht van de gebruikte karkassen geen noemenswaardige invloed hebben op de kwaliteit van het eindproduct, zijn hiervoor geen gedetailleerde voorschriften nodig. Hetzelfde geldt voor het vetgehalte van de afzonderlijke deelstukken. |
5.2. Bewijs van oorsprong
1. Wijziging
(1) |
In de eerste alinea worden in de tweede zin “Het slachthuis ontvangt een kopie van het veepaspoort en meldt aan München via het gegevensbestand voor runderen dat het de slacht heeft uitgevoerd”, worden de woorden “aan München” geschrapt.
De specificatie van de plaats waar het gegevensbestand voor runderen zich bevindt, is niet relevant en kan daarom worden weggelaten. |
2. Wijziging
(2) |
In de derde zin van de eerste alinea “Tijdens het snijden, sorteren en verder verwerken van de grondstoffen voor de productie van “Hofer Rindfleischwurst” vormen de samenstelling van partijen en schriftelijke documentatie het bewijs van oorsprong”, worden de woorden “vormen de samenstelling van partijen en schriftelijke documentatie het bewijs van oorsprong” vervangen door “wordt met betrekking tot de traceerbaarheid aan de wettelijke vereisten voldaan”.
Met name kleinere ambachtelijke bedrijven kunnen dergelijke gedetailleerde documentatie niet altijd waarborgen. Het volstaat om aan de wettelijke vereisten te voldoen. |
3. Wijziging
(3) |
De laatste zin in de eerste alinea “Het verwerkingsbedrijf kan dus precies aangeven welke grondstoffen van welk dier, met vermelding van de plaats van oorsprong, in zijn “Hofer Rindfleischwurst” zijn verwerkt” wordt geschrapt.
Met name kleinere ambachtelijke bedrijven kunnen dergelijke gedetailleerde documentatie niet altijd waarborgen. In dit verband volstaat het ook om aan de wettelijke vereisten te voldoen. |
4. Wijziging
(4) |
In de tweede zin van de tweede alinea ““Hofer Rindfleischwurst” en de naam van de producent worden op het kunstmatige omhulsel afgedrukt” worden de woorden “en de naam van de producent” geschrapt.
Niet alle producenten hebben speciaal bedrukte omhulsels waarop hun naam is afgedrukt, bijvoorbeeld vanwege de kosten. De vermelding “Hofer Rindfleischwurst” is voldoende, mits de naam van de producent elders wordt vermeld (zoals op het etiket). |
5.3. Werkwijze voor het verkrijgen van het product
1. Wijziging
(1) |
In de tweede zin van de eerste alinea “Deze grondstof is afkomstig van runderen en varkens die voornamelijk in het afgebakende geografische gebied en daarbuiten zijn geboren en gefokt, hoofdzakelijk in de districten Oberfranken, Oberpfalz en Thüringen” worden vóór het woord “geboren” de woorden “bij voorkeur” ingevoegd en wordt het woord “voornamelijk” geschrapt. Bovendien worden de woorden “en daarbuiten” en “hoofdzakelijk” vervangen door “of” en worden de woorden “en Thüringen” vervangen door “of in de deelstaten Thüringen of Saksen”.
Het feit dat de gebruikte runderen of varkens nu ook uit Saksen afkomstig kunnen zijn is geen uitbreiding, aangezien het vorige productdossier in open bewoordingen was geformuleerd (“hoofdzakelijk”). |
2. Wijziging
(2) |
De derde zin van de eerste alinea “Deze runderen en varkens worden uitsluitend in het afgebakende geografische gebied geslacht” wordt geschrapt.
Aangezien het slachthuis in Hof met het slachten van runderen is gestopt, mogen slechts zeer kleine aantallen binnen het afgebakende geografische gebied door het slachthuis Helmbrecht worden geslacht. Dit is niet voldoende om de te verwerken hoeveelheden aan te kunnen. De vroegere beperking, waarbij het slachten uitsluitend in het geografische gebied moest plaatsvinden, moet dus worden opgeheven. Dit heeft geen gevolgen voor de kwaliteit en de versheid van “Hofer Rindfleischwurst”, aangezien zich in de onmiddellijke nabijheid veel slachthuizen bevinden (met name in het naburige Saksen en Thüringen). |
3. Wijziging
(3) |
De laatste zin van de eerste alinea “Het gehele productieproces vindt eveneens plaats in het afgebakende geografische gebied” wordt vervangen door de zin “De productie van “Hofer Rindfleischwurst” vindt plaats in het geografische gebied”. Dit betekent dat het volledige productieproces, met inbegrip van de eigenlijke slacht, moet plaatsvinden op bedrijven in het geografische gebied. Onder productieprocessen worden met name het uitsnijden van vlees, de kwaliteitsbepaling van vlees en het productieproces verstaan. Het magere vlees wordt in de snijmachine en/of vleesmolen fijngemaakt en vermengd met alle ingrediënten (met uitzondering van nitrietpekelzout). Vervolgens wordt het nitrietpekelzout toegevoegd en wordt het geheel opnieuw vermengd. De aldus verkregen smeerbare worsten worden in kunstdarmen gestopt. De finishing touch voor de “Hofer Rindfleischwurst” is het koude rookproces, dat de worst een aangenaam rookaroma geeft.
Dit is een noodzakelijke wijziging, aangezien de voorgaande schrappingen ertoe zouden hebben geleid dat niet meer duidelijk was welke specifieke stappen van het productieproces in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden. Deze strikte afbakening is bedoeld om het exclusieve karakter van dit specifieke worstproduct te benadrukken. Hiermee moet uitdrukkelijk worden uitgesloten dat het product buiten de regio te koop wordt aangeboden. |
4. Wijziging
(4) |
De tweede alinea “Zoals gezegd onderscheidt de “Hofer Rindfleischwurst” zich door de bijzondere kwaliteit en versheid ervan. Dit houdt in dat de runderen en varkens moeten worden geslacht in slachthuizen in het afgebakende geografische gebied en dat het productieproces daar moet plaatsvinden” wordt geschrapt.
Zie wijziging nr. 2. |
5. Wijziging
(5) |
In de vijfde alinea worden in de zin “Het magere vlees wordt in de snijmachine fijngemaakt en vermengd met alle ingrediënten (met uitzondering van nitrietpekelzout)” na het woord “snijmachine” de woorden “en/of vleesmolen” ingevoegd.
Als gevolg van de wijzigingen in punt 6 hieronder wordt de verwijzing naar de vleesmolen in deze zin ingevoegd om alle mogelijke verwerkingsstappen weer te geven. |
6. Wijziging
(6) |
De vorige zesde alinea “De aldus verkregen massa wordt vervolgens door de snijschijf van 0,6 mm gehakt in de molen. Vervolgens wordt de massa opnieuw in de snijmachine gebracht, worden de specerijen erdoorheen gemengd en wordt het nitrietpekelzout toegevoegd voor een mooie rode kleur en kleurstabiliteit. Met het oog op een optimale fijnheid en een uniforme korrelstructuur wordt de massa in de snijmachine in de hoge versnelling fijngehakt bij een eindtemperatuur van 12 graden Celsius (cuttermethode), waarbij scherp snijgereedschap moet worden gebruikt” wordt vervangen door de zin “Vervolgens wordt het nitrietpekelzout toegevoegd en er opnieuw doorheen gemengd”.
Het hier beschreven productieproces is zeer gedetailleerd en onnodig beperkend en bestrijkt niet het spectrum van traditioneel verschillende productiemethoden. Dit betekent dat sommige traditionele producenten op dit moment niet langer in staat zijn hun product op de lange termijn te leveren. Bovendien zijn sommige van de beschreven parameters irrelevant voor de kwaliteit en het uiterlijk van het product en beperken zij de producenten dus onnodig bij de uitoefening van hun ambacht. Om te voorkomen dat de productie onnodig wordt bemoeilijkt, worden de gedetailleerde beschrijvingen weggelaten. |
5.4. Verband
Wijziging
In punt (2) “Specificiteit van het product” wordt in de derde zin van de tweede alinea in het Duitse origineel het woord “Prämienprodukt” vervangen door het woord “Premiumprodukt”. [Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de Nederlandse taalversie].
Deze wijziging is louter bedoeld om een schrijffout te corrigeren. “Premiumprodukt” was wat er (altijd) al werd bedoeld.
ENIG DOCUMENT
“Hofer Rindfleischwurst”
EU-nr.: PGI-DE-0722-AM01 - 17.6.2020
BOB ( ) BGA (X)
1. Naam/namen
“Hofer Rindfleischwurst”
2. Lidstaat of derde land
Duitsland
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.2. Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De “Hofer Rindfleischwurst” is een onverhitte worst met goed smeerbaar worstvlees. De “Hofer Rindfleischwurst” is langwerpig van vorm. Het smeerbare worstvlees wordt in kunstdarm (cellofaan) met een kaliber van 40 mm tot 55 mm gestopt. Wat de kleur betreft, is de “Hofer Rindfleischwurst” fel vleeskleurig-rood maar de kleurintensiteit blijft niettemin aangenaam.
Karakteristiek voor de “Hofer Rindfleischwurst” is de typische, verfijnd-kruidige smaak, waarbij het licht pittige accent van de peper opvalt. Bovendien wordt de “Hofer Rindfleischwurst” koud gerookt boven beukenhout hetgeen voor een aangenaam rookaroma zorgt.
De “Hofer Rindfleischwurst” is een onverhitte smeerworst met een fijne structuur die zich onderscheidt door het feit dat van vers vlees gebruik wordt gemaakt. De bijzondere smaak en het specifieke aroma van deze smeerworst blijven slechts twee à drie dagen behouden en de houdbaarheidsdatum van dit product is dus beperkt.
Vacuümverpakt is de “Hofer Rindfleischwurst” iets langer — namelijk minstens tien dagen — houdbaar. Deze langere bewaartijd veronderstelt evenwel dat de vacuümverpakte rundvleesworst dan koel wordt bewaard.
Om aan de overige kwaliteitscriteria te voldoen, moeten de rode kleur van de “Hofer Rindfleischwurst” stabiel, het worstvlees goed smeerbaar en de consistentie van het smeersel gelijkmatig zijn.
Door het gebruik van mager rundvlees als grondstof voor de productie van de “Hofer Rindfleischwurst” heeft het verkregen product een hoog BEFFE-gehalte (= Bindegewebseiweißfreies Fleischeiweiß = spiereiwitgehalte). Dit BEFFE-gehalte mag bij “Hofer Rindfleischwurst” niet lager zijn dan 10 %. Analyses die door de Neutrale Betriebs- und Qualitätsprüfung für Fleischerfachgeschäfte im bayerischen Fleischerhandwerk (NBQP) (Beiers orgaan voor kwaliteitcontrole in de slagerijsector) werden verricht leverden de volgende gegevens inzake technische kenmerken op: het watergehalte bedraagt 50 % à 55 % en het vetgehalte 20 % à 30 %. Het aandeel varkensvlees en rugspek bedraagt maximaal 40 %.
Aan het worstvlees wordt hoofdzakelijk nog nitrietpekelzout en ascorbinezuur — dat laatste om de rode kleur te behouden — toegevoegd. De aangehouden hoeveelheden voor deze additieven zijn 2,5 % voor nitrietpekelzout en 0,5 % voor ascorbinezuur (om de rode kleur te behouden). Het geheel wordt vooral op smaak gebracht met zout en fijngemalen peper. Om het worstvlees een nog fijnere en aparte smaak te verlenen, mag een beperkte hoeveelheid andere specerijen worden toegevoegd.
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Om een “Hofer Rindfleischwurst” van feilloze kwaliteit te bereiden zijn de gebruikte grondstoffen — vlees en vet — van doorslaggevend belang. Er wordt de voorkeur gegeven aan vlees van volwassen, oudere slachtdieren. Die leveren vlees dat ten volle tot ontwikkeling is gekomen en een felle kleur heeft. Het verwerkte vlees is rundvlees en varkensvlees.
De belangrijkste grondstoffen voor de bereiding van de “Hofer Rindfleischwurst” zijn rundvlees dat arm is aan vetweefsel en pezen van klasse R I (aandeel van ten minste 60 %) en rugspek van varkens en varkensvlees van de klassen S VIII en S 1 (samen goed voor maximaal 40 %).
Kenmerkend voor de “Hofer Rindfleischwurst” zijn de kwaliteit en het feit dat van vers vlees gebruik wordt gemaakt. Voor de bereiding van de “Hofer Rindfleischwurst” wordt uitsluitend vers slachtvlees gebruikt. Gerijpt, bestorven of diepgevroren vlees wordt in het kader van dit productieproces dus geweerd.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De “Hofer Rindfleischwurst” wordt bereid in het afgebakende geografische gebied. Dit betekent dat het volledige productieproces, met inbegrip van de eigenlijke slacht, moet plaatsvinden op bedrijven in het geografische gebied. Onder productieprocessen worden met name het uitsnijden van vlees, de kwaliteitsbepaling van vlees en de rest van het productieproces verstaan.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
—
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Stadsgebied en district Hof.
5. Verband met het geografische gebied
(1) Specificiteit van het geografische gebied:
De “Hofer Rindfleischwurst” kan in het afgebakende geografische gebied op een vijftig jaar oude traditie bogen.
In 1950 werd de smeerworst met mager rundvlees in Hof voor het eerst bereid door meester-slager Hans Millitzer. De traditie werd voortgezet door zijn vroegere slagersknecht, Gottfried Rädlein, die de “Hofer Rindfleischwurst” van 1962 tot 1993 in zijn eigen bedrijf produceerde en ervoor zorgde dat de smeerworst tot ver buiten de stadsgrenzen bekend werd.
De vraag was zodanig groot dat Gottfried Rädlein wekelijks tot 15 achterkwartieren van runderen (“Rinderpistolen”) tot het product verwerkte en soms ook op zon- en feestdagen “Hofer Rindfleischwurst” volgens een speciaal recept bereidde. Deze exquise, onverhitte smeerworst moest zeer vers zijn en dat had tot gevolg dat de bijzondere smaak en het specifieke aroma van de smeerworst slechts twee à drie dagen behouden bleven. De “Hofer Rindfleischwurst” is een bijzonder mager en licht verteerbaar product dat destijds door artsen werd aanbevolen.
De productie van “Hofer Rindfleischwurst” werkte aanstekelijk op andere slagers in de regio met als gevolg dat zij er ook naar streefden om deze traditionele “Hofer Rindfleischwurst” te bereiden en aan te bieden. In januari 1993 droeg Gottfried Rädlein zijn slagersbedrijf over aan de gerenommeerde slagerij Albert Schiller in Hof, die met name de “Hofer Rindfleischwurst, volgens het recept van Gottfried Rädlein, nog steeds verder produceert. Het toenmalige hoofd van de slagersgilde van Hof zorgde ervoor dat het product “Hofer Rindfleischwurst” in 1993 in de Bundesdeutsche Leitsätze für Fleisch und Fleischerzeugnisse (richtsnoeren voor vlees en vleesproducten in de Bondsrepubliek) onder richtsnoer nr. 2.2120.1 werd opgenomen.
(2) Specificiteit van het product:
De “Hofer Rindfleischwurst” is — zoals reeds vermeld — een kwaliteitsvol en zeer smakelijk product dat als regionale specialiteit vooral in de stad en in het district Hof zeer bekend is en hoog in aanzien staat. Het product is niet alleen bij de plaatselijke bevolking erg in trek en gegeerd; ook bezoekers en gasten van buiten de stad stellen de smeerworst zeer op prijs. Hoe belangrijk en bekend de worst is, blijkt uit het feit dat zij is opgenomen in de Leitsätze des Deutschen Lebensmittelbuches (richtsnoeren van het Duitse levensmiddelenboek).
De “Hofer Rindfleischwurst” heeft reeds bij verschillende “worstwedstrijden” prijzen weggekaapt. Op het jaarlijkse kwaliteitsonderzoek van het Fleischverband Bayern (vleesunie Beieren) presenteren slagerijen uit het afgebakende geografische gebied hun “Hofer Rindfleischwurst”. In de vorige jaren sleepten ze daarmee steeds goud en zilver in de wacht. Dat kan ook worden gezegd van de resultaten die de smeerworst behaalde in het kader van het kwaliteitsonderzoek dat door het Deutsche Lebensmittelgesellschaft (DLG) (orgaan voor de voedselkwaliteit) op het niveau van de Bondsrepubliek werd opgezet. Tijdens de laatste Oberfranken-Ausstellung (tentoonstelling) die in april 2009 in Hof plaatsvond, werd een “worstproeverij” georganiseerd en verschenen in de plaatselijke media uitvoerige artikelen over de “Hofer Rindfleischwurst” waarin deze als uitstekend regionaal product werd geroemd.
(3) Causaal verband:
De “Hofer Rindfleischwurst” is een typisch product uit de streek rond Hof. Het product is daar ontstaan en wordt al vijftig jaar lang volgens een speciaal recept en een speciale technologie door lokale producenten geproduceerd. De bekendheid en reputatie van het product berusten derhalve in grote mate op zijn oorsprong uit het afgebakende geografische gebied.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
https://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/41939