2002/593/EG: Beschikking van de Commissie van 19 juli 2002 houdende principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van spirodiclofen en dimoxystrobin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig zijn (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2693)
Publicatieblad Nr. L 192 van 20/07/2002 blz. 0060 - 0061
Beschikking van de Commissie van 19 juli 2002 houdende principiële erkenning dat de dossiers die zijn ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van spirodiclofen en dimoxystrobin in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig zijn (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2693) (Voor de EER relevante tekst) (2002/593/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/18/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 91/414/EEG voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van werkzame stoffen die mogen worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen. (2) Ten aanzien van de werkzame stof spirodiclofen is op 23 augustus 2001 bij de Nederlandse autoriteiten een dossier ingediend door Bayer AG, Duitsland, met een aanvraag om opneming van deze stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Ten aanzien van de werkzame stof dimoxystrobin is op 28 november 2001 bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een dossier ingediend door BASF, Verenigd Koninkrijk, met een aanvraag tot opneming van deze stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. (3) De autoriteiten van Nederland en van het Verenigd Koninkrijk hebben de Commissie meegedeeld dat de dossiers betreffende deze werkzame stoffen op grond van een eerste onderzoek lijken te voldoen aan de in bijlage II bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. Elk van de ingediende dossiers lijkt ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, ook te voldoen aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen eisen op het gebied van gegevens en informatie. Vervolgens zijn de dossiers overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG door de respectieve aanvragers aan de Commissie en de andere lidstaten toegezonden en zijn ze aan het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid voorgelegd. (4) Deze beschikking is bedoeld om voor elk van de dossiers op communautair niveau officieel te bevestigen dat in beginsel is voldaan aan de in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. (5) Deze beschikking mag geen afbreuk doen aan het recht van de Commissie de aanvrager te verzoeken verdere gegevens of informatie te verstrekken aan de voor een bepaalde stof als rapporteur aangewezen lidstaat, om bepaalde punten in het dossier te verduidelijken. (6) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN Artikel 1 De dossiers betreffende de in de bijlage bij deze beschikking genoemde werkzame stoffen, die aan de Commissie en de lidstaten zijn voorgelegd met het oog op opneming van de betrokken stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, voldoen in principe aan de in bijlage II bij die richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie. Elk van de dossiers voldoet ten aanzien van één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, rekening houdend met het beoogde gebruik van dat middel, ook aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen eisen op het gebied van gegevens en informatie. Artikel 2 De rapporterende lidstaten moeten de betrokken dossiers grondig bestuderen en de conclusies van hun onderzoek - vergezeld van eventuele aanbevelingen over het al dan niet opnemen van de betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en van eventuele aan die opneming te verbinden voorwaarden - zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen één jaar na de bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, in een verslag aan de Commissie meedelen. Artikel 3 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 19 juli 2002. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. (2) PB L 55 van 26.2.2002, blz. 29. BIJLAGE ONDER DEZE BESCHIKKING VALLENDE WERKZAME STOFFEN >RUIMTE VOOR DE TABEL>