Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten
Publicatieblad Nr. L 158 van 23/06/1990 blz. 0059 - 0064
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 3 blz. 0053
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 3 blz. 0053
***** RICHTLIJN VAN DE RAAD van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (90/314/EEG) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, Gezien het voorstel van de Commissie (1), In samenwerking met het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat een van de belangrijkste doelstellingen van de Gemeenschap erin bestaat de interne markt, waarvan de toeristische sector een wezenlijk deel vormt, volledig te verwezenlijken; Overwegende dat de wetgevingen van de Lid-Staten inzake pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten, talrijke dispariteiten vertonen en dat de nationale praktijken op dit gebied aanzienlijk verschillen met als gevolg dat het vrij verrichten van diensten op het gebied van pakketreizen wordt belemmerd en er distorsies ontstaan in de mededinging tussen in verschillende Lid-Staten gevestigde exploitanten; Overwegende dat de vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake pakketreizen zal bijdragen tot het opheffen van deze belemmeringen en aldus tot de verwezenlijking van een gemeenschappelijke markt op het gebied van de dienstverlening, hetgeen de in een Lid-Staat gevestigde exploitanten in staat zal stellen diensten te verlenen in andere Lid-Staten en het de consumenten van de Gemeenschap mogelijk zal maken in alle Lid-Staten pakketten te kopen tegen vergelijkbare voorwaarden; Overwegende dat in punt 36, onder b), van de bijlage van de resolutie van de Raad van 19 mei 1981 betreffende een tweede programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) de Commissie wordt verzocht met name het toerisme te bestuderen en zo nodig passende voorstellen in te dienen, gezien het belang van dergelijke maatregelen voor de consumentenbescherming en de gevolgen van de uiteenlopende wetgevingen van de Lid-Staten voor de goede werking van de gemeenschappelijke markt; Overwegende dat de Raad in de resolutie van 10 april 1984 betreffende een communautair beleid voor het toerisme (5) zijn waardering uitspreekt voor het initiatief van de Commissie om de aandacht op het belang van het toerisme te vestigen en nota neemt van de door de Commissie opgestelde eerste aanzet voor een communautair beleid voor het toerisme; Overwegende dat de mededeling van de Commissie aan de Raad getiteld »Een nieuwe impuls voor het beleid inzake consumentenbescherming" die bij resolutie van de Raad van 6 mei 1986 (6) werd goedgekeurd, in punt 37 bij de door de Commissie voorgestelde maatregelen de harmonisatie van de wetgevingen inzake geheel verzorgde reizen vermeldt; Overwegende dat het toerisme in de economieën van de Lid-Staten een steeds belangrijkere rol speelt; dat een aanzienlijk gedeelte van het toerisme wordt gevormd door pakketreizen; dat groei en produktiviteit van de pakketreizensector in de Lid-Staten zouden worden gestimuleerd, indien er althans een minimumaantal gemeenschappelijke regels wordt aangenomen zodat de sector een communautaire dimensie krijgt; dat een dergelijke ontwikkeling niet alleen van voordeel zou zijn voor de inwoners van de Gemeenschap die aldus geregelde pakketreizen kopen, maar ook aantrekkingskracht zou hebben voor toeristen uit derde landen die de voordelen willen genieten van gegarandeerde normen voor pakketreizen; Overwegende dat de regels ter bescherming van de consument in de Lid-Staten dispariteiten vertonen die de consument van de ene Lid-Staat ervan weerhouden pakketreizen in een andere Lid-Staat te kopen; Overwegende dat deze factor de consument er op bijzonder doeltreffende wijze van weerhoudt pakketreizen buiten zijn eigen Lid-Staat te kopen; dat dit nog meer geldt dan bij de aankoop van andere diensten, aangezien de bijzondere aard van de in een pakketreis geleverde prestaties in het algemeen de vooruitbetaling van belangrijke bedragen veronderstelt alsook het leveren van prestaties in een andere Staat dan de Staat van vestiging van de consument; Overwegende dat de consument de in deze richtlijn bedoelde bescherming moet krijgen, ongeacht de vraag of hij partij is bij de overeenkomst, de overeenkomst op hem wordt overgedragen dan wel lid is van een groep namens welke een ander een overeenkomst voor een pakketreis heeft gesloten; Overwegende dat de organisator en/of doorverkoper van de pakketreizen erop moeten toezien dat de documenten die op de door hen georganiseerde, respectievelijk verkochte reizen betrekking hebben geen misleidende elementen bevatten en dat de aan de consument verstrekte brochures duidelijke en nauwkeurige informatie bevatten; Overwegende dat de consument over een afschrift van de voorwaarden van de op de pakketreis betrekking hebbende overeenkomst moet beschikken; dat het daartoe dienstig is te eisen dat alle voorwaarden in een schriftelijke of in enige andere voor de consument begrijpelijke en toegankelijke vorm worden vastgelegd en dat hem daarvan een afschrift wordt gegeven; Overwegende dat het de consument in bepaalde omstandigheden vrij moet staan zijn boeking voor een pakketreis over te dragen aan een daartoe bereid bevonden derde; Overwegende dat de in de overeenkomst vastgestelde prijs in beginsel niet moet worden kunnen herzien behalve indien de mogelijkheid van herziening, zowel naar boven als naar beneden, uitdrukkelijk in de overeenkomst is opgenomen; dat deze mogelijkheid evenwel aan bepaalde voorwaarden moet worden onderworpen; Overwegende dat de consument in bepaalde gevallen gerechtigd moet zijn een pakketreisovereenkomst vóór het vertrek te ontbinden; Overwegende dat de rechten van de consument in geval van annulering door de organisator van de pakketreis vóór de overeengekomen vertrekdatum, duidelijk dienen te worden omschreven; Overwegende dat, indien de overeengekomen dienstverlening, nadat de consument aan zijn pakketreis is begonnen, belangrijke tekortkomingen vertoont of de organisator bemerkt dat hij niet in staat zal zijn een aanzienlijk gedeelte van de overeengekomen diensten te verrichten, de organisator ten aanzien van de consument bepaalde verplichtingen moet hebben; Overwegende dat de organisator en/of de doorverkoper die partij zijn bij de overeenkomst, tegenover de consument aansprakelijk moeten zijn voor de goede uitvoering van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen; dat de organisator en/of de doorverkoper daarenboven aansprakelijk moeten zijn voor de schade die de consument ingevolge het niet of slecht uitvoeren van de overeenkomst ondervindt, tenzij de vastgestelde tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst niet aan hen zijn toe te schrijven, noch aan andere verstrekkers van diensten; Overwegende dat, wanneer de organisator en/of de doorverkoper aansprakelijk worden gesteld vanwege het niet of slecht uitvoeren van de onder het pakket vallende diensten, het raadzaam lijkt dat deze aansprakelijkheid kan worden beperkt overeenkomstig de internationale overeenkomsten waarbij deze dienstverrichtingen worden geregeld, met name het Verdrag van Warschau van 1929 inzake het internationale luchtvervoer, het Verdrag van Bern van 1961 betreffende het vervoer per spoorweg, het Verdrag van Athene van 1974 inzake het vervoer per schip en het Verdrag van Parijs van 1962 nopens de aansprakelijkheid van hotelhouders; dat voorts voor andere dan lichamelijke schade uit hoofde van de overeenkomst beperkingen aan de aansprakelijkheid moeten kunnen worden gesteld, op voorwaarde echter dat deze beperkingen niet onredelijk zijn; Overwegende dat dient te worden voorzien in een aantal maatregelen om de consument in te lichten en klachten te behandelen; Overwegende dat het zowel voor de consument als de pakketreizensector goed zou zijn dat de organisatoren en/of de doorverkopers moeten aantonen dat zij in geval van insolvabiliteit of faillissement over voldoende garanties beschikken; Overwegende dat het de Lid-Staten vrij moet staan om met het oog op de bescherming van de consument ten aanzien van pakketreizen strengere voorschriften uit te vaardigen of te handhaven, HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Doel van deze richtlijn is de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake op het grondgebied van de Gemeenschap verkochte of ten verkoop aangeboden pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten. Artikel 2 In deze richtlijn wordt verstaan onder: 1. »pakket": de van tevoren georganiseerde combinatie van niet minder dan twee van de volgende diensten, welke voor een gezamenlijke prijs wordt verkocht of ten verkoop aangeboden en een periode van meer dan 24 uur beslaat of een overnachting behelst: a) vervoer, b) logies, c) andere, niet met vervoer of logies verband houdende toeristische diensten die een significant deel van het pakket uitmaken. Afzonderlijke facturering van diverse onderdelen van een zelfde pakket ontslaat de organisator of de doorverkoper niet van de verplichtingen van deze richtlijn; 2. »organisator": de persoon die niet-incidenteel pakketten samenstelt en deze rechtstreeks of via een doorverkoper verkoopt of ten verkoop aanbiedt; 3. »doorverkoper": de persoon die het door de organisator samengestelde pakket verkoopt of ten verkoop aanbiedt; 4. »consument": de persoon die het pakket koopt of zich daartoe verbindt (»de hoofdcontractant"), of elke persoon namens wie de hoofdcontractant zich ertoe verbindt het pakket te kopen (»de andere begunstigden"), of elke persoon aan wie de hoofdcontractant of een van de andere begunstigden het pakket overdraagt (»de cessionaris"); 5. »overeenkomst": de regeling die de consument bindt aan de organisator en/of de doorverkoper. Artikel 3 1. Iedere beschrijving van het pakket die door de organisator of de doorverkoper aan de consument wordt verstrekt, alsmede de prijs en alle andere voorwaarden die op de overeenkomst van toepassing zijn, mogen geen misleidende elementen bevatten. 2. Indien de consument een brochure wordt verstrekt, moet hierin leesbaar, duidelijk en nauwkeurig de prijs worden vermeld, alsmede relevante gegevens over: a) de bestemming, de te gebruiken vervoermiddelen, kenmerken en categorieën van deze vervoermiddelen; b) de huisvesting, de ligging, de categorie of het comfort en de belangrijkste kenmerken ervan, alsmede de goedkeuring en toeristische indeling ervan overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ontvangende Lid-Staat; c) de maaltijden (meal plan); d) de routebeschrijving; e) algemene informatie betreffende paspoorten en visa voor de onderdanen van de betrokken Lid-Staat/Lid-Staten en de formaliteiten op gezondheidsgebied die voor reis en verblijf noodzakelijk zijn; f) het als voorschot te betalen bedrag of percentage van de prijs en de termijn voor de betaling van het saldo; g) de vraag of voor de uitvoering van het pakket een minimumaantal personen vereist is, en, zo ja, de uiterste datum waarop de consument in kennis zal worden gesteld van een eventuele annulering. De gegevens in de brochure binden de organisator of de doorverkoper, tenzij: - wijzigingen in deze gegevens duidelijk en vóór de sluiting van de overeenkomst ter kennis van de consument zijn gebracht; de brochure moet daarvan uitdrukkelijk melding maken; - er zich naderhand wijzigingen voordoen ingevolge een akkoord tussen de partijen bij de overeenkomst. Artikel 4 1. a) De organisator en/of de doorverkoper verstrekken de consument schriftelijk of in enige andere passende vorm, vóór de sluiting van de overeenkomst, de voor de onderdanen van de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten geldende algemene informatie betreffende paspoorten en visa en met name betreffende de termijnen om die te verkrijgen, alsmede de informatie inzake de formaliteiten op gezondheidsgebied die voor reis en verblijf noodzakelijk zijn. b) De organisator en/of de doorverkoper verstrekken de consument schriftelijk of in enige andere passende vorm en tijdig vóór het begin van de reis de volgende inlichtingen: i) dienstregelingen en tussenstops en aansluitingen alsook de door de reiziger in te nemen plaats, bij voorbeeld hut of slaapplaats op een schip of couchette of slaapwagen in een trein; ii) naam, adres en telefoonnummer van de plaatselijke vertegenwoordiging van de organisator en/of de doorverkoper, dan wel, bij ontbreken daarvan, naam, adres en telefoonnummer van de plaatselijke instanties die de consument bij moeilijkheden kunnen helpen. Wanneer die vertegenwoordigingen en die instanties niet bestaan, dient de consument in elk geval te beschikken over een nummer voor noodgevallen of over andere informatie waardoor hij in contact kan treden met de organisator en/of de doorverkoper; iii) voor reizen en verblijven van minderjarigen in het buitenland, de informatie waardoor rechtstreeks contact mogelijk is met het kind of met de persoon die ter plaatse voor diens verblijf verantwoordelijk is; iv) informatie over het facultatieve aangaan van een verzekeringsovereenkomst die de kosten in verband met annulering door de consument dekt of van een bijstandsovereenkomst die de repatriëringskosten bij ongeval of ziekte dekt. 2. De Lid-Staten zien erop toe dat met betrekking tot de overeenkomst de volgende beginselen in acht worden genomen: a) naar gelang van het pakket dient de overeenkomst ten minste de gegevens te bevatten die in de bijlage zijn opgenomen; b) alle voorwaarden van de overeenkomst worden schriftelijk of in andere voor de consument begrijpelijke en toegankelijke vorm vermeld en worden hem vóór de sluiting van de overeenkomst medegedeeld; de consument krijgt een afschrift van de voorwaarden; c) het bepaalde onder b) mag geen beletsel vormen voor reserveringen of overeenkomsten die laattijdig of »last minute" totstandkomen. 3. Indien de consument niet kan deelnemen aan het pakket, kan hij, na de organisator of de doorverkoper tijdig vóór het vertrek op de hoogte te hebben gebracht, zijn boeking overdragen aan een persoon die aan alle aan het pakket verbonden voorwaarden voldoet. De persoon die het pakket overdraagt en de cessionaris zijn hoofdelijk aansprakelijk tegenover de organisator of de doorverkoper die partij is bij de overeenkomst, voor de betaling van het nog verschuldigde gedeelte van de prijs en de eventuele extra kosten als gevolg van deze overdracht. 4. a) De in de overeenkomst vastgestelde prijzen kunnen niet worden herzien, tenzij de mogelijkheid van prijsherziening, zowel naar boven als naar beneden, en de exacte berekeningswijze daarvan uitdrukkelijk in de overeenkomst zijn opgenomen alleen om rekening te houden met veranderingen in: - de vervoerkosten, met inbegrip van de brandstofkosten; - de voor bepaalde diensten verschuldigde heffingen en belastingen, zoals landingsrechten en belastingen in verband met in- of uitstappen in havens en op vliegvelden; - de op het pakket toegepaste wisselkoersen. b) In de 20 dagen die aan de geplande vertrekdatum voorafgaan, wordt de in de overeenkomst meegedeelde prijs niet verhoogd. 5. Indien de organisator zich vóór het vertrek verplicht ziet de overeenkomst op een wezenlijk punt, zoals de prijs, ingrijpend te wijzigen, dient hij de consument zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen ten einde deze in staat te stellen passende beslissingen te nemen en met name: - hetzij, zonder toepassing van boetebepalingen, de overeenkomst op te zeggen, - hetzij een aanhangsel bij de overeenkomst te accepteren waarin de aangebrachte wijzigingen en de invloed daarvan op de prijs worden meegedeeld. De consument dient de organisator of de doorverkoper zo spoedig mogelijk van zijn beslissing in kennis te stellen. 6. Indien de consument de overeenkomst opzegt overeenkomstig lid 5 of indien de organisator door ongeacht welke, niet aan de consument te wijten oorzaak het pakket vóór de overeengekomen vertrekdatum annuleert, heeft de consument recht op: a) ofwel een ander pakket van gelijkwaardige of betere kwaliteit ingeval de organisator en/of de doorverkoper hem dat kunnen voorstellen. Indien het ter vervanging aangeboden pakket van een mindere kwaliteit is, moet de organisator de consument het verschil in prijs terugbetalen; b) ofwel de terugbetaling, zo spoedig mogelijk, van alle door hem op grond van de overeenkomst betaalde bedragen. In die gevallen heeft hij, waar passend, recht op een schadeloosstelling voor het niet uitvoeren van de overeenkomst; deze wordt hem betaald hetzij door de organisator, hetzij door de doorverkoper, overeenkomstig de desbetreffende wettelijke voorschriften van de betrokken Lid-Staat, tenzij: i) de reis wordt geannuleerd omdat het aantal aanmeldingen kleiner is dan het vereiste minimumaantal en de consument binnen de in de beschrijving van het pakket vermelde termijn schriftelijk van de annulering op de hoogte is gebracht, of ii) de annulering het gevolg is van overmacht, waaronder overreserveren evenwel niet is begrepen; onder overmacht worden verstaan abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet konden worden vermeden. 7. Indien na het vertrek van de consument een belangrijk gedeelte van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft, niet wordt verleend of de organisator bemerkt dat hij in een belangrijk gedeelte van de diensten niet zal kunnen voorzien, zorgt de organisator ervoor dat passende, voor de consument kosteloze alternatieve regelingen worden getroffen met het oog op de continuering van het pakket en stelt hij, in voorkomend geval, de consument schadeloos ten belope van het verschil tussen de voorgenomen en de daadwerkelijk verleende diensten. Indien dergelijke regelingen onmogelijk zijn, of om deugdelijke redenen niet door de consument worden aanvaard, verstrekt hij, in voorkomend geval, de consument zonder extra kosten een gelijkwaardig vervoermiddel dat hem terugbrengt naar de plaats van vertrek of naar een andere met hem overeengekomen plaats van terugkeer en stelt hij in voorkomend geval de consument schadeloos. Artikel 5 1. De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de organisator en/of de doorverkoper die partij zijn bij de overeenkomst, tegenover de consument aansprakelijk zijn voor de goede uitvoering van de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, ongeacht of deze verplichtingen zijn uit te voeren door henzelf dan wel door andere verstrekkers van diensten, en zulks onverminderd het recht van de organisator en/of de doorverkoper om deze andere verstrekkers van diensten aan te spreken. 2. Met betrekking tot de schade die de consument ondervindt ingevolge het niet of slecht uitvoeren van de overeenkomst, nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen om de organisator en/of de doorverkoper aansprakelijk te stellen, tenzij het niet of slecht uitvoeren niet aan hen is toe te schrijven, noch aan andere verstrekkers van diensten omdat - de tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst toe te schrijven zijn aan de consument; - deze tekortkomingen, die niet te voorzien waren of konden worden opgeheven, toe te schrijven zijn aan een derde die niet bij de levering van de bij de overeenkomst bedoelde diensten betrokken is; - deze tekortkomingen te wijten zijn aan overmacht als omschreven in artikel 4, lid 6, tweede alinea, onder ii), dan wel aan een gebeurtenis die de organisator en/of de doorverkoper of de dienstverstrekker met inachtneming van alle mogelijke zorgvuldigheid niet konden voorzien of verhelpen. In de gevallen genoemd in de eerste alinea, tweede en derde streepje, zijn de bij de overeenkomst betrokken organisator en/of doorverkoper verplicht hun best te doen om de in moeilijkheden verkerende consument hulp te bieden. Voor wat betreft de schade die voortvloeit uit het niet of slecht uitvoeren van de in het pakket opgenomen dienstverrichtingen, kunnen de Lid-Staten toestaan dat de schadeloosstelling wordt beperkt overeenkomstig de internationale overeenkomsten waarbij deze dienstverrichtingen worden geregeld. Voor andere dan lichamelijke schade die voortvloeit uit het niet of slecht uitvoeren van de in het pakket opgenomen dienstverrichtingen, kunnen de Lid-Staten toestaan dat de schadeloosstelling uit hoofde van de overeenkomst wordt beperkt. Deze beperking mag niet onredelijk zijn. 3. Onverminderd lid 2, vierde alinea, mag van het in de leden 1 en 2 bepaalde niet worden afgeweken uit hoofde van een contractuele bepaling. 4. Elke nalatigheid bij de uitvoering van de overeenkomst, die ter plaatse door de consument wordt geconstateerd, dient zo spoedig mogelijk schriftelijk of in andere passende vorm door de consument te worden meegedeeld aan de betrokken dienstverstrekker en aan de organisator en/of doorverkoper. Deze verplichting moet duidelijk en nauwkeurig in de overeenkomst worden vermeld. Artikel 6 In geval van klachten dienen de organisator en/of de doorverkoper of diens plaatselijke vertegenwoordiger, indien deze bestaat, er met de nodige voortvarendheid naar te streven passende oplossingen te vinden. Artikel 7 De organisator en/of de doorverkoper die partij zijn bij de overeenkomst, dienen aan te tonen over voldoende garanties te beschikken om in geval van insolvabiliteit of faillissement te zorgen voor terugbetaling van de reeds voldane bedragen en voor repatriëring van de consument. Artikel 8 De Lid-Staten kunnen op het onder deze richtlijn vallende gebied strengere bepalingen ter bescherming van de consument vaststellen of handhaven. Artikel 9 1. De Lid-Staten treffen de maatregelen die nodig zijn om uiterlijk op 31 december 1992 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. 2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle belangrijke bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. De Commissie deelt deze teksten mede aan de andere Lid-Staten. Artikel 10 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Luxemburg, 13 juni 1990. Voor de Raad De Voorzitter D. J. O'MALLEY (1) PB nr. C 96 van 12. 4. 1988, blz. 5. (2) PB nr. C 69 van 20. 3. 1989, blz. 102, en PB nr. C 149 van 18. 6. 1990. (3) PB nr. C 102 van 24. 4. 1989, blz. 27. (4) PB nr. C 165 van 23. 6. 1981, blz. 24. (5) PB nr. C 115 van 30. 4. 1984, blz. 1. (6) PB nr. C 118 van 7. 3. 1986, blz. 28. BIJLAGE Gegevens die in de overeenkomst moeten worden vermeld indien zij relevant zijn voor het pakket: a) plaats(en) van bestemming van de reis, en, indien deze onderscheiden periodes van verblijf omvat, de verschillende periodes en data; b) te gebruiken vervoermiddelen, kenmerken en categorieën van deze vervoermiddelen, data, tijdstippen en plaatsen van vertrek en terugkeer; c) indien huisvesting in het pakket is opgenomen, de ligging hiervan, de toeristische categorie of het comfort en de belangrijkste kenmerken, de overeenstemming ervan met de voorschriften van de betrokken Lid-Staat van ontvangst, het aantal inbegrepen maaltijden (meal plan); d) het minimumaantal personen dat voor de uitvoering van het pakket nodig is en in dat geval de uiterste datum waarop de consument bij annulering wordt ingelicht; e) routebeschrijving; f) bezoeken, excursies of andere diensten die zijn begrepen in de overeengekomen totale pakketprijs; g) naam en adres van de organisator, de doorverkoper en, indien van toepassing, de verzekeraar; h) de prijs van het pakket en gegevens over een eventuele herziening van de prijs op grond van artikel 4, lid 4, alsook gegevens over eventuele verschuldigde heffingen en belastingen in verband met bepaalde diensten (landingsrechten, belastingen in verband met in- of uitstappen in havens en op vliegvelden, verblijfsbelasting) indien deze prijzen niet in de pakketprijs zijn inbegrepen; i) data en wijze van betaling van de prijs; j) de bijzondere wensen die de consument bij het boeken van de reis aan de organisator of de doorverkoper kenbaar heeft gemaakt en waarop door beiden is ingegaan; k) de termijnen waarbinnen de consument een eventuele klacht moet indienen in verband met het niet of slecht uitvoeren van de overeenkomst.