This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014R0664
Commission Delegated Regulation (EU) No 664/2014 of 18 December 2013 supplementing Regulation (EU) No 1151/2012 of the European Parliament and of the Council with regard to the establishment of the Union symbols for protected designations of origin, protected geographical indications and traditional specialities guaranteed and with regard to certain rules on sourcing, certain procedural rules and certain additional transitional rules
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 664/2014 van de Commissie van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels
PB L 179 van 19.6.2014, p. 17–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 08/06/2022
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2014/664/oj
19.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 179/17 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 664/2014 VAN DE COMMISSIE
van 18 december 2013
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de symbolen van de Unie voor beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en betreffende bepaalde voorschriften inzake het betrekken, bepaalde procedurebepalingen en bepaalde aanvullende overgangsregels
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 5, lid 4, eerste en tweede alinea, artikel 12, lid 7, eerste alinea, artikel 16, lid 2, artikel 19, lid 2, eerste alinea, artikel 23, lid 4, eerste alinea, artikel 25, lid 3, artikel 49, lid 7, eerste alinea, artikel 51, lid 6, eerste alinea, artikel 53, lid 3, eerste alinea, en artikel 54, lid 2, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen (2) en Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (3) zijn ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012. Verordening (EU) nr. 1151/2012 machtigt de Commissie om gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een vlotte werking van de kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen in het nieuwe rechtskader dienen bepaalde regels door middel van dergelijke handelingen te worden goedgekeurd. Deze nieuwe regels vervangen de uitvoeringsbepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 509/2006 en (EG) nr. 510/2006 die respectievelijk zijn vervat in Verordening (EG) nr. 1898/2006 van de Commissie van 14 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (4) en Verordening (EG) nr. 1216/2007 van de Commissie van 18 oktober 2007 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen (5). |
(2) |
Om rekening te houden met de specifieke aard en in het bijzonder met de fysieke en materiële beperkingen van de productie van producten van dierlijke oorsprong waarvan de naam is geregistreerd als een beschermde oorsprongsbenaming, dienen in het productdossier van dergelijke producten afwijkingen te worden toegestaan betreffende het betrekken van diervoeder. Deze afwijkingen mogen geen enkele invloed hebben op het verband tussen de geografische omgeving en de specifieke aard of kenmerken van het product die hoofdzakelijk of uitsluitend aan die omgeving zijn toe te schrijven. |
(3) |
Om rekening te houden met de specifieke aard van bepaalde producten waarvan de naam als beschermde geografische aanduiding moet worden geregistreerd, dienen in het productdossier van dergelijke producten beperkingen betreffende het betrekken van grondstoffen te worden toegestaan. Deze beperkingen dienen te worden gemotiveerd aan de hand van objectieve criteria die in overeenstemming zijn met de algemene beginselen van de regeling voor beschermde geografische aanduidingen en die ertoe bijdragen dat de producten nog beter aansluiten bij de doelstellingen van de regeling. |
(4) |
Om te garanderen dat de consument in kennis wordt gesteld van de juiste informatie, dienen de symbolen van de Unie te worden vastgesteld die beschermde oorsprongsbenamingen, beschermde geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten aanduiden. |
(5) |
Om ervoor te zorgen dat productdossiers van gegarandeerde traditionele specialiteiten enkel relevante en beknopte informatie bevatten en om te vermijden dat de aanvragen voor registratie of voor goedkeuring van een wijziging van een productdossier van een gegarandeerde traditionele specialiteit al te uitgebreid zijn, dienen grenzen te worden gesteld aan de omvang van productdossiers. |
(6) |
Om het aanvraagproces te vergemakkelijken dienen aanvullende regels te worden vastgesteld inzake nationale bezwaarprocedures in geval van gezamenlijke aanvragen die betrekking hebben op meer dan één nationaal grondgebied. Aangezien het recht om bezwaar in te dienen op het hele grondgebied van de Unie moet worden gewaarborgd, dient te worden voorzien in de verplichting om nationale bezwaarprocedures toe te passen in alle lidstaten waarop de gezamenlijke aanvragen betrekking hebben. |
(7) |
Met het oog op duidelijkheid in de stappen van de bezwaarprocedure dient te worden vermeld wat de procedurele verplichtingen van de aanvrager zijn indien het gepaste overleg na indiening van een met redenen omkleed bezwaarschrift tot een overeenkomst leidt. |
(8) |
Om de behandeling van aanvragen tot wijziging van een productdossier te vergemakkelijken, dienen aanvullende regels betreffende het onderzoek van de wijzigingsaanvragen en betreffende de indiening en beoordeling van minimale wijzigingen te worden vastgesteld. Gezien de dringende aard van tijdelijke wijzigingen dient hiervoor een afwijking van de standaardprocedure te worden toegestaan en dienen deze te worden vrijgesteld van formele goedkeuring door de Commissie. De Commissie dient echter wel ten volle in kennis te worden gesteld van de inhoud en de motiveringen van dergelijke wijzigingen. |
(9) |
Om te garanderen dat alle partijen de gelegenheid krijgen hun rechten en rechtmatige belangen te verdedigen, dienen aanvullende regels betreffende de annuleringsprocedure te worden vastgesteld. De annuleringsprocedure dient in overeenstemming te worden gebracht met de in de artikelen 49 tot en met 52 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 vastgestelde standaardregistratieprocedure. Eveneens dient te worden verduidelijkt dat ook de lidstaten behoren tot de rechtspersonen die een rechtmatig belang kunnen hebben bij het indienen van een annuleringsverzoek uit hoofde van artikel 54, lid 1, eerste alinea, van die verordening. |
(10) |
Om de rechtmatige belangen van de betrokken producenten of belanghebbenden te beschermen moet het mogelijk blijven dat enige documenten van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen die vóór 31 maart 2006 zijn geregistreerd en waarvoor geen enig document werd bekendgemaakt, worden bekendgemaakt op vraag van de betrokken lidstaten. |
(11) |
In artikel 12, lid 3, en in artikel 23, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is bepaald dat voor producten uit de Unie die in de handel worden gebracht met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding of als gegarandeerde traditionele specialiteit, de bijbehorende symbolen van de Unie op de etikettering worden aangebracht en dat de desbetreffende vermeldingen of afkortingen op de etikettering kunnen worden aangebracht. In artikel 23, lid 3, tweede alinea, is vastgesteld dat het symbool facultatief is op de etikettering van buiten de Unie geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten. Deze bepalingen zijn slechts van toepassing vanaf 4 januari 2016. Nochtans was in de Verordeningen (EG) nr. 509/2006 en (EG) nr. 510/2006, die zijn ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 1151/2012, voorzien in de verplichting om op de etikettering van op het grondgebied van de Unie geproduceerde producten het symbool of de volledige vermelding aan te brengen en in de mogelijkheid om de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit” te gebruiken op de etikettering van buiten het grondgebied van de Unie geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten. Omwille van de continuïteit tussen de twee ingetrokken verordeningen en Verordening (EU) nr. 1151/2012 dienen de verplichting om de symbolen van de Unie of de respectieve vermeldingen op de etikettering van in de Unie geproduceerde producten aan te brengen en de mogelijkheid om de vermelding „gegarandeerde traditionele specialiteit” te gebruiken op de etikettering van buiten de Unie geproduceerde gegarandeerde traditionele specialiteiten te worden beschouwd als impliciet vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1151/2012 en reeds van toepassing. Met het oog op rechtszekerheid en bescherming van de rechten en rechtmatige belangen van de betrokken producenten of belanghebbenden dienen de voorwaarden voor het gebruik van symbolen en vermeldingen op de etikettering als vastgesteld in de Verordeningen (EG) nr. 509/2006 en (EG) nr. 510/2006 van toepassing te blijven tot en met 3 januari 2016. |
(12) |
Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid dienen de Verordeningen (EG) nr. 1898/2006 en (EG) nr. 1216/2007 te worden ingetrokken, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Specifieke voorschriften inzake het betrekken van diervoeder en grondstoffen
1. Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 wordt diervoeder volledig betrokken uit het afgebakende geografische gebied voor producten van dierlijke oorsprong waarvan de naam is geregistreerd als beschermde oorsprongsbenaming.
Voor zover het technisch niet haalbaar is om alle voeder uit het afgebakende geografische gebied te betrekken, mag buiten dat gebied geproduceerd voeder worden toegevoegd op voorwaarde dat de aard of de kenmerken van het product die hoofdzakelijk aan de geografische omgeving zijn toe te schrijven, hierdoor niet worden aangetast. In geen geval mag diervoeder dat afkomstig is van buiten het afgebakende geografische gebied op jaarbasis meer dan 50 % van de droge stof uitmaken.
2. Beperkingen met betrekking tot de oorsprong van grondstoffen die zijn opgenomen in het productdossier van een product waarvan de naam is geregistreerd als beschermde geografische aanduiding, worden gemotiveerd in het licht van het in artikel 7, lid 1, onder f), ii), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde verband.
Artikel 2
Symbolen van de Unie
De in artikel 12, lid 2, en in artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde symbolen van de Unie worden vastgesteld als aangegeven in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Artikel 3
Begrenzing van het productdossier voor gegarandeerde traditionele specialiteiten
Het in artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde productdossier is beknopt en bevat niet meer dan 5 000 woorden, tenzij in naar behoren gemotiveerde gevallen.
Artikel 4
Nationale bezwaarprocedures voor gezamenlijke aanvragen
In geval van gezamenlijke aanvragen als bedoeld in artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 worden de desbetreffende nationale bezwaarprocedures toegepast in alle betrokken lidstaten.
Artikel 5
Kennisgevingsverplichting betreffende overeenstemming in bezwaarprocedure
Wanneer de betrokken partijen na het in artikel 51, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde overleg overeenstemming bereiken, stellen de autoriteiten van de lidstaat of van het derde land van waaruit de aanvraag werd ingediend, de Commissie in kennis van alle factoren die tot die overeenstemming hebben geleid, met inbegrip van de standpunten van de aanvrager en van de autoriteiten van een lidstaat of van een derde land of andere natuurlijke of rechtspersonen die bezwaar hebben aangetekend.
Artikel 6
Wijzigingen in een productdossier
1. De in artikel 53, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde aanvraag voor een wijziging van een productdossier die niet-minimaal is, bevat een exhaustieve beschrijving en de specifieke redenen voor elke wijziging. De beschrijving vergelijkt voor elke wijziging in detail het originele productdossier en, indien van toepassing, het originele enig document met de voorgestelde gewijzigde versie.
De aanvraag staat op zichzelf. Ze bevat alle wijzigingen van het productdossier en, indien van toepassing, van het enig document waarvoor goedkeuring wordt gevraagd.
Een aanvraag voor een niet-minimale wijziging die niet voldoet aan de eerste en tweede alinea is niet ontvankelijk. De Commissie brengt de aanvrager op de hoogte indien de aanvraag niet-ontvankelijk wordt geacht.
De goedkeuring door de Commissie van een aanvraag voor een niet-minimale wijziging van een productdossier heeft enkel betrekking op de in de aanvraag vervatte wijzigingen.
2. Aanvragen voor een minimale wijziging van een productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding worden ingediend bij de autoriteiten van de lidstaat waartoe het geografische gebied van de benaming of aanduiding behoort. Aanvragen voor een minimale wijziging van een productdossier van een gegarandeerde traditionele specialiteit worden ingediend bij de autoriteiten van de lidstaat waar de groepering is gevestigd. Indien de aanvraag voor een minimale wijziging van een productdossier niet afkomstig is van de groepering die de aanvraag tot registratie van de naam of namen waarop het productdossier betrekking heeft, had ingediend, geeft de lidstaat die groepering — indien zij nog bestaat — de kans opmerkingen te maken over de aanvraag. Indien de lidstaat meent dat is voldaan aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en van de ter uitvoering daarvan vastgestelde bepalingen, kan hij een aanvraagdossier voor een minimale wijziging indienen bij de Commissie. Aanvragen voor een minimale wijziging van een productdossier van in derde landen geproduceerde producten mogen door een groepering met een rechtmatig belang rechtstreeks bij de Commissie of via de autoriteiten van dat derde land worden ingediend.
De aanvraag voor een minimale wijziging betreft enkel minimale wijzigingen in de zin van artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012. In de aanvraag moeten deze minimale wijzigingen zijn beschreven en voorzien van een beknopte motivering en moet worden aangetoond dat de voorgestelde wijzigingen overeenkomstig artikel 53, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 als minimaal moeten worden beschouwd. Voor elke wijziging moet een vergelijking worden gemaakt tussen het originele productdossier en, indien van toepassing, het originele enig document en de voorgestelde gewijzigde versie. De aanvraag staat op zichzelf en bevat alle wijzigingen van het productdossier en, indien van toepassing, van het enig document waarvoor goedkeuring wordt gevraagd.
De in artikel 53, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde minimale wijzigingen worden geacht te zijn goedgekeurd indien de Commissie de aanvrager niet binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag in kennis stelt van het tegendeel.
Een aanvraag voor een minimale wijziging die niet voldoet aan de tweede alinea van dit lid is niet ontvankelijk. De in de derde alinea van het onderhavige lid bedoelde stilzwijgende goedkeuring is niet van toepassing op dergelijke aanvragen. Indien de aanvraag niet-ontvankelijk wordt geacht, stelt de Commissie de aanvrager binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag hiervan in kennis.
De Commissie maakt de goedgekeurde minimale wijziging van een productdossier die geen wijziging van de in artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde elementen meebrengt, openbaar.
3. De in de artikelen 49 tot en met 52 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 vastgestelde procedure is niet van toepassing op wijzigingen betreffende een tijdelijke verandering van het productdossier ingevolge een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die door de overheid is opgelegd of ingevolge door de bevoegde autoriteiten officieel erkende natuurrampen of ongunstige weersomstandigheden.
Deze wijzigingen worden uiterlijk twee weken na goedkeuring meegedeeld aan de Commissie, samen met de motivering. Tijdelijke wijzigingen van een productdossier van een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding worden aan de Commissie meegedeeld door de autoriteiten van de lidstaat waartoe het geografische gebied van de benaming of aanduiding behoort. Tijdelijke wijzigingen van een productdossier van een gegarandeerde traditionele specialiteit worden aan de Commissie meegedeeld door de autoriteiten van de lidstaat waar de groepering is gevestigd. Tijdelijke wijzigingen betreffende in derde landen geproduceerde producten worden aan de Commissie meegedeeld door een groepering met een rechtmatig belang of door de autoriteiten van dat derde land. De lidstaten maken tijdelijke wijzigingen van het productdossier bekend. In mededelingen betreffende een tijdelijke wijziging van een productdossier over een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding sturen de lidstaten enkel de verwijzing naar de bekendmaking mee. In mededelingen betreffende een tijdelijke wijziging van een productdossier van een gegarandeerde traditionele specialiteit, sturen zij de tijdelijke wijziging van het productdossier als bekendgemaakt mee. In mededelingen betreffende in derde landen geproduceerde producten worden de goedgekeurde tijdelijke wijzigingen van het productdossier aan de Commissie toegezonden. In alle mededelingen betreffende tijdelijke wijzigingen verschaffen lidstaten en derde landen bewijsstukken van de gezondheids- of fytosanitaire maatregelen en een kopie van de erkenning van de natuurramp of van de ongunstige weersomstandigheden. De Commissie maakt dergelijke wijzigingen openbaar.
Artikel 7
Annulering
1. De in de artikelen 49 tot en met 52 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 vastgestelde procedure is van overeenkomstige toepassing op de annulering van een registratie als bedoeld in artikel 54, lid 1, eerste en tweede alinea, van die verordening.
2. De lidstaten mogen op eigen initiatief een annuleringsverzoek indienen overeenkomstig artikel 54, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.
3. De annuleringsaanvraag wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 50, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012.
4. Met redenen omklede bezwaarschriften met betrekking tot een annulering zijn slechts ontvankelijk indien zij aantonen dat een belanghebbende persoon blijvend commercieel afhankelijk is van de geregistreerde naam.
Artikel 8
Overgangsbepalingen
1. Voor beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen die vóór 31 maart 2006 zijn geregistreerd, maakt de Commissie op verzoek van een lidstaat een door die lidstaat ingediend enig document bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. De bekendmaking gaat vergezeld van de verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier.
2. Tot en met 3 januari 2016 zijn de volgende bepalingen van toepassing:
a) |
voor uit de Unie afkomstige producten waarbij de geregistreerde naam is aangebracht op de etikettering, gaat deze naam vergezeld van het desbetreffende symbool van de Unie of van de desbetreffende aanduiding als bedoeld in artikel 12, lid 3, of artikel 23, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1151/2012; |
b) |
voor buiten de Unie geproduceerde producten is de in artikel 23, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 bedoelde aanduiding facultatief op de etikettering van gegarandeerde traditionele specialiteiten. |
Artikel 9
Intrekking
De Verordeningen (EG) nr. 1898/2006 en (EG) nr. 1216/2007 worden ingetrokken.
Artikel 10
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5 is uitsluitend van toepassing op bezwaarprocedures waarvoor de in artikel 51, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 vastgestelde termijn van drie maanden niet is verstreken op de dag van inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 18 december 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 1.
(3) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
(4) PB L 369 van 23.12.2006, blz. 1.
(5) PB L 275 van 19.10.2007, blz. 3.
BIJLAGE
Symbool van de Unie voor „Beschermde oorsprongsbenaming”
Symbool van de Unie voor „Beschermde geografische aanduiding”
Symbool van de Unie voor „Gegarandeerde traditionele specialiteit”